|
||||||||
Bij insiders en echte kenners van de Afrikaanse muziek van de jaren ’80 van vorige eeuw was deze plaat alom bekend en ze werd ook een commercieel succes, maar voor alle anderen -waaronder ondergetekende- is er nu een re-issue, vanzelfsprekend via het niet te overschatten Glitterbeat-label en wat voor een welgekomen heruitgave is dit! Brian Eno, één van de eerste Westerlingen die zich met “andere” klanken en ritmes ging bezighouden, was betrokken bij die plaat, de enige trouwens van een achtkoppig gezelschap dat destijds tot ver buiten de Ghanese landsgrenzen bekend was en van wie de liveshows in de loop der jaren behoorlijk mythische omschrijvingen meekregen. De tussenpersoon bij de opnames was Faisal Helmani, een allerminst onbesproken figuur, die niet alleen een studio bezat en een fijne neuw voor talent, maar die er ook om bekend stond dat hij het niet altijd even nauw nam met het correct betalen van zijn artiesten en die zichzelf, geheel in de stijl van een aantal Amerikaanse platenbazen uit de blues- en soultijd steevast registreerde als componist of producer. Hoe dan ook: hij wist Eno te overtuigen om naar Accra te reizen en met Edikanfo deze plaat op te nemen. Te noteren is ook nog dat de band, ondermeer omwille van de politieke situatie in Ghana, uiteenviel en dat de leden naar alle windstreken uitweken. Het duurde e-tot vorig jar voor men erin slaagde de acht weer bijeen te brengen en de band nieuw leven in te blazen. Dat had voor geweldige taferelen kunnen zorgen op onze festivalpodia, maar dat wordt dan weer doorkruist dooe het Covid-19 verhaal, wat ik alleen maar jammer kan vinden. Wat ik vandaag, bij het herhaald beluisteren van de heruitgave hoor, is een retenstrakke band, die perfect de Ghanese High-life van toen weet te versmelten met wat we vandaag Aro-funk zijn gaan noemen: geweldig complexe ritmes, stuwende bassen, heerlijke heen-en-weer-wedstrijdjes tussen de leadzanger en de andere bandleden en formidabele blazerspartijen. De plaat mag dan wel slechts zes nummers bevatten, zoals dat destijds in Afrika werkte -en wellicht vandaag nog altijd- ze klokt wel op 33 minuten af en, veel belangrijker: ze werkt na bijna 40 jaar, nog altijd meer dan aanstekelijk op de dansspieren. Nu, ook voor wie niet meteen een danser is, valt hier meer dan genoeg te genieten: het is bijvoorbeeld heel fijn een nummer als “Moonlight Africa” te beluisteren met de focus op de drums: je houdt het nauwelijks voor mogelijk wat daar gepresteerd wordt. Idem dito voor de baslijnen in opener “Nka Bom” of “Gbenta” en de stempel van Eno wordt het duidelijkst in de bliepjes die “Blinking Eyes” kenmerken. Schitterende plaat, die hopelijk haar verdiende tweede leven krijgt dankzij een reissue die niks te vroeg komt. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||